Charlemagne
Toegevoegd op 21 maart 2011 door Dirk-Everts
Afbeelding toegevoegd door Dirk-Everts
Kunstenaar:
Louis Jéhotte
Louis Jéhotte
Plaatsbeschrijving:
Liège - Kruispunt Boulevard d'Avroy en Boulevard Piercot
Liège - Kruispunt Boulevard d'Avroy en Boulevard Piercot
La statue équestre de Charlemagne est l'oeuvre de Louis Jehotte, dressée en 1867. Dans les niches du piédestal néo-roman, 6 statues représentent les ancêtres de l'empereur, originaires du pays de Liège : sainte Begge, Pepin de Herstal, Charles Martel, Bertrude, Pepin de Landen et Pepin le Bref. Une inscription latine rappelle que Charlemagne fut « grand dans la guerre, plus grand encore dans la paix ».
JÉHOTTE Louis (Luik, 1803 -Brussel, 1884)
Beeldhouwer. Zoon van Léonard Jéhotte.
Opleiding aan de Tekenacademie te Luik o.l.v. F.J. Dewandre. Verbleef tot 1830 te Rome dank zij een studietoelage van de Darchis-Stichting en bekwaamde zich o.l.v. Thorwaldsen en M. Kessels. Verbleef in 1830 ook nog te Parijs en keerde in 1831 terug naar België.
Was van 1836 tot 1863 leraar beeldhouwen aan de Academie te Brussel en leidde er talrijke vermaarde beeldhouwers op.
Ontwerper van o.a. borstbeelden, religieuze werken, Italiaanse en anekdotische onderwerpen, standbeelden, o.m. «Diederik van den Elzas» (Brussel, 1848), «Karel van Lotharingen» (Brussel, 1848), «Karel de Grote» (Brussel 1855).
Bron: http://www.nobel.be/NL/ART/19786_jehotte_louis
Beeldhouwer. Zoon van Léonard Jéhotte.
Opleiding aan de Tekenacademie te Luik o.l.v. F.J. Dewandre. Verbleef tot 1830 te Rome dank zij een studietoelage van de Darchis-Stichting en bekwaamde zich o.l.v. Thorwaldsen en M. Kessels. Verbleef in 1830 ook nog te Parijs en keerde in 1831 terug naar België.
Was van 1836 tot 1863 leraar beeldhouwen aan de Academie te Brussel en leidde er talrijke vermaarde beeldhouwers op.
Ontwerper van o.a. borstbeelden, religieuze werken, Italiaanse en anekdotische onderwerpen, standbeelden, o.m. «Diederik van den Elzas» (Brussel, 1848), «Karel van Lotharingen» (Brussel, 1848), «Karel de Grote» (Brussel 1855).
Bron: http://www.nobel.be/NL/ART/19786_jehotte_louis
Karel de Grote (Duits: Karl der Große; Latijn: Carolus Magnus of Karolus Magnus; mogelijk 742 of 748 - Aken, 28 januari 814) was de Koning der Franken van 768 en Keizer der Romeinen van 800 tot zijn dood in 814. Hij breidde het Frankisch koninkrijk uit tot een rijk dat het grootste deel van West en Centraal-Europa had opgenomen. Tijdens zijn heerschappij veroverde hij Italië en werd hij gekroond tot Imperator Augustus door Paus Leo III op 25 december 800. Zijn heerschappij wordt ook geassocieerd met de Karolingische renaissance, een herleving van de kunst, religie en cultuur door middel van de Rooms-katholieke Kerk. Hij is genummerd als Karel I in de koninklijke lijsten van Duitsland, het Heilige Roomse Rijk en Frankrijk
Hij was de zoon van Koning Pepijn de Korte en Bertrada van Laon, een Frankische koningin. Hij volgde zijn vader op in 768 en vormde met zijn broer Carloman I in eerste instantie in tweehoofdige heerschappij. Er wordt vaak gesuggereerd dat de relatie tussen Karel de Grote en Carloman niet goed was, maar ook dat de spanningen werden overdreven door Karolingische kroniekschrijvers. Als er al wrijving tussen hen was, dan kwam daar een eind aan door de plotselinge dood van Carloman in 771, in onverklaarbare omstandigheden. Karel de Grote handhaafde het beleid van zijn vader tegenover het pausdom en werd zijn beschermer, door het breken van de machten van de Longobarden in het noorden van Italië en door het leiden van een inval in het Iberisch Schiereiland, waar hij was uitgenodigd door de islamitische gouverneur van Barcelona. Karel de Grote werd verschillende Iberische steden beloofd in ruil voor het geven van militaire hulp aan de gouverneur, maar de deal werd ingetrokken.
Vervolgens leed Karels terugtrekkende leger zijn grootste nederlaag door de Basken, bij de Slag van de Roncevaux-Pas (778). Hij leidde ook veldtochten tegen de volkeren in het oosten, vooral tegen de Saksen en na een langdurige oorlog onderwierp hij hen aan zijn heerschappij. Door gedwongen kerstening van de Saksen en een verbod met de doodstraf op het praktiseren van hun traditionele Germaanse heidendom integreerde hij ze in zijn rijk en maakte daarmee de weg vrij voor de latere Liudolfingen.
Karel werd in de 12e eeuw officieel zalig verklaard, hoewel hij al langer bij het volk bekend stond als "heilige", maar hij wordt alleen in Aken als zodanig vereerd. Ook in seculiere zin heeft hij door de eeuwen heen tot de verbeelding gesproken, wat geleid heeft tot de zgn. 'Karel-epiek': verhalen waarin Karel een belangrijke rol speelt. In de Middelnederlandse literatuur is het korte verhaal Karel ende Elegast het bekendst, maar (veel) representatiever voor het genre zijn het Roelantslied, Ogier van Denemarken en Reinout van Montalbaen alias de Vier Heemskinderen. Karel wordt wel de Vader van Europa genoemd; daarom werd in 1949 de Internationale Karelsprijs Aken in het leven geroepen voor personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de Europese eenwording.
Tegenwoordig wordt hij niet enkel gezien als de stichter van zowel de Franse en de Duitse monarchie, maar ook als een Pater Europae (vader van Europa): zijn rijk verenigde het grootste gedeelte van West-Europa voor de eerste keer sinds de Romeinen; de Karolingische renaissance moedigde de vorming van een gemeenschappelijke Europese identiteit aan. (bron : wikipedia)