oorlogsmonument minerva motors

facebook twitter

Toegevoegd op 18 juni 2011 door monlouis

oorlogsmonument minerva motors

Afbeelding toegevoegd door monlouis

monlouis | oorlogsmonument minerva motors | 0 monlouis | oorlogsmonument minerva motors | 0 monlouis | oorlogsmonument minerva motors | 0 monlouis | oorlogsmonument minerva motors | 0 monlouis | oorlogsmonument minerva motors | 0 monlouis | oorlogsmonument minerva motors | 0 monlouis | oorlogsmonument minerva motors | 0 monlouis | oorlogsmonument minerva motors | 0
Kunstenaar:
Pierre De Soete
Opschrift:
1914 - 1918 PRO PATRIA
Minerva motors NV aan de leden van haar personeel die hun leven veil hadden voor het recht en voor de verdediging van het vaderland
Plaatsbeschrijving:
Antwerpen - Rodestraat (tegen de gevel van de nijverheidsschool)
Informatie toegevoegd door monlouis :
18 juni 2011
De plaat prijkt in de Rodestraat tegen de zijgevel van de Nijverheidsschool: een minimonument in bas-reliëf, met centraal een levensgroot beeld van een godin. Meer een altaarstuk, waar geen hond naar opkijkt. De kop van de godin, Minerva, is dezelfde als diegene die als sierdop bovenop de radiatorgrille stond van 's werelds beste auto's, de Minerva's. De tekst op de gedenkplaat vergt wat moeite, maar het is inderdaad Minerva Motors dat de personeelsleden herdenkt die 'hun leven veil hadden voor het recht en de verdediging van het vaderland' in de slachtpartij van '14-'18.

Kras. Dit is al wat in Antwerpen verwijst naar het beroemde automerk. Voor het overige is er niets. Ja, die ene Minerva, tijdelijk in het MAS. Het maakt van de gedenkplaat in de Rodestraat een bizar curiosum. Alsof het enige wat je in Detroit van Cadillac zal terugvinden, een Vietnammemoriaal is.

De gedenkplaat in de Rodestraat is in 1920 gemaakt door Pierre de Soete. Ze was aangebracht tegen de (verdwenen) Minerva-fabriek in de Karel Oomsstraat, maar na het faillissement van het automerk verhuisde ze in mei 1939 naar de Rodestraat, op voorstel van de curator.

Zelden heeft een curator een firma met een zo prestigieuze naam moeten liquideren. De autofabriek werd opgericht door de ingeweken gebroeders De Jong uit Bergen-op-Zoom, die in 1897 in Antwerpen fietsen begonnen te maken. Ze schakelden vlug over op motorfietsen, waarmee ze meteen internationale races wonnen. De kwaliteit van de Minerva-mechaniek was zo hoog, dat de Antwerpse fabriek tussen 1900 en 1905 25.000motoren leverde aan de grote merken van motorfietsen in Duitsland en Engeland.

In 1902 waagde Minerva zich aan luxeauto's, die uitblonken door degelijkheid en kracht en bovendien elke concours d'élégance wonnen. Elke auto werd met de hand gemaakt. De klant koos een chassis en motortype en kon voor het koetswerk eventueel een beroep doen op een carrossier. Na de Eerste Wereldoorlog behoorden de imposante Minerva's met hun kleppenloze schuivenmotor - de sans soupapes - tot de meest exclusieve auto's ter wereld. Minerva werd in één adem genoemd met Rolls-Royce, Bugatti en Hispano Suiza. Onder de klanten telde het Antwerpse bedrijf filmsterren en vorsten, onder wie koning Albert I, die al in 1909 zijn eerste Minerva kocht.

De maatschappelijke zetel bevond zich eerst aan de Jacob Jacobsstraat. Ateliers waren er aan de Biartstraat en de Boomkwekersstraat in Berchem. In 1924 opende Minerva een grote fabriek aan de Vredebaan in Mortsel. In de eerste auto-ateliers aan de Boomkwekersstraat werkten 550arbeiders, acht jaar later waren het er al 1.600.

Het succes was zo groot, dat bijvoorbeeld de productie van 1910-1911 op voorhand uitverkocht was. In 1912 vertegenwoordigden de 2.000 geproduceerde Minerva's de helft van de Belgische autoproductie.

In het begin van de Eerste Wereldoorlog bouwde de fabriek pantserwagens voor het leger. Na de oorlog begon de nieuwe directie echter financieel te flateren, helaas in een periode dat Franse en Duitse luxewagens én de Amerikaanse massaproductie (Lincoln, Cadillac) Minerva steeds meer in een hoekje begonnen te drukken. De peperdure, met de hand gemaakte prestigeauto's pasten niet meer in het plaatje van de automarkt. In november 1934 werd Minerva failliet verklaard, ook al was bijna iedereen het erover eens dat het de beste auto ter wereld was.

Zes jaar later brachten de nazi's in de fabriek in Mortsel een Erla Werke onder, waar de Luftwaffe haar Messerschmitt-jagers onderhield. Op 5 april 1943 mikten Amerikaanse bommenwerpers op 'den Erla', maar ze doodden 936 burgers onder wie een 200-tal kinderen... Collateral damage heet dat tegenwoordig. (bron : nieuwsblad.be)