John Cockerill

facebook twitter

Toegevoegd op 19 februari 2010 door monlouis

John Cockerill

Afbeelding toegevoegd door monlouis

monlouis | John Cockerill | 0 monlouis | John Cockerill | 0 monlouis | John Cockerill | 0 monlouis | John Cockerill | 0 monlouis | John Cockerill | 0
Kunstenaar:
Armand Cattier
Opschrift:
John Cockerill
le père des ouvriers
intelligence
travail
Plaatsbeschrijving:
Elsene - Luxemburgplein
Informatie toegevoegd door monlouis :
19 februari 2010
Cockerill, John (Haslington, Lancashire, 30 april 1790 - Warschau 19 juni 1840).
Hij leerde zijn volk ondernemen. Voor minder staat hij hier niet. De Brits-Belgische industrieel John Cockerill is van uitzonderlijk belang geweest voor de industriële ontwikkeling en welvaart van België. Op twaalfjarige leeftijd komt hij naar Verviers om er in de machinefabriek van zijn vader te werken. In 1813 neemt hij daar het roer over, aanvankelijk nog samen met zijn broer. Zou hij vandaag leven, zijn trofeeën van 'Manager van het jaar' drumden elkaar waarschijnlijk van de schouw. Zijn niet te stillen honger naar nieuwe industrieën en nieuwe uitdagingen is legendarisch. Cockerill stuurde de ambachtelijke productie van smeedijzer op een enkele reis naar het verleden en introduceerde de massaproductie van ijzer en staal, die België groot zouden maken tot het midden van de twintigste eeuw. Laat dit nu de basisingrediënten zijn van de stoommachines, boten en treinen die de industriële revolutie ontketenden. Wat begon met één fabriek, evolueerde naar een industrieel imperium, actief in mijnbouw, scheepsbouw, wolspinnerij en nog een hele reeks andere sectoren.

Een imperium is niets overdreven. In zijn tijd was Cockerills bedrijf met tweeduizend arbeiders het grootste ter wereld. Ook al leefde hij onder verschillende regimes, hij kon altijd op de steun van de politieke leiders rekenen. Zowel Napoleon, Willem I als Leopold I zagen het belang van zijn industriële bedrijvigheid in en ondersteunden zijn uitbreidingsplannen, ook financieel. Zo liet Willem I hem in 1817 het voormalige kasteel van de prinsbisschoppen van Luik in Seraing tegen een spotprijs kopen. Daar pootte Cockerill dan een grote fabriek neer, waar hij onder andere de eerste hoogovens met cokes oprichtte. Ook Vlaanderen genoot mee van Cockerills ondernemersgeest. Zo bouwde hij in 1824 een scheepswerf in Antwerpen, die later naar Hoboken zou verhuizen. De dood van Cockerill betekende niet de dood van zijn onderneming. Ze bloeide voort tot diep in de twintigste eeuw en onderging verschillende fusies, waarvan de bekendste en laatste die tot de groep Cockerill-Sambre is. Het lot van elke industrie, namelijk ooit als archeologie te worden geklasseerd, ging uiteindelijk ook aan de steenkool- en staalsector niet voorbij.

Op Cockerill's doopakte staat geschreven: "son of William and Betty Cockrel". U leest het goed: Cockrel. Niet eenvoudig uit te spreken voor Franstaligen. Ze spraken zijn naam dan ook steevast verkeerd uit als 'Cockeril'. De toenmalige gebrekkige administratie nam deze fonetische naamswijziging over en voegde er nog een extra 'l' aan toe. Ziet er Engelser uit, moeten ze gedacht hebben.
(bron : degrootstebelg)
Informatie toegevoegd door givema :
19 oktober 2011
Volgens ander bronnen is John Cokerill geboren op 3 augustus 1790.
De kunstenaar Armand Cattier staat ook bekend onder de naam Pierre-Armand Cattier; hij werd geboren op 20 februari 1920 en overleed op 5 juni 1892.
Het standbeeld op het Luxemburgplein is een licht gewijzigde uitvoering van het origineel dat voor het stadhuis van Seraing staat.  Het dateert van 1872 en stelt, naast uiteraard John Cockerill, vier arbeiders voor : een smid, een mijnwerker, een monteur en een puddelaar.
Ter informatie : een puddelaar is een arbeider aan een puddeloven, een vlamoven waarin ruw ijzer veranderd wordt in smeedijzer of staal door er koolstof aan te onttrekken.