Marnix Gijsen
Toegevoegd op 20 januari 2011 door monlouis
Afbeelding toegevoegd door monlouis
Standbeeld is van Rik Poot.
Marnix Gijsen, pseudoniem van Jan-Albert Goris, (Antwerpen, 20 oktober 1899 – Lubbeek, 29 september 1984) was een Vlaamse schrijver. Zijn pseudoniem komt van Marnix van Sint Aldegonde en de achternaam van zijn moeder, Gijsen. Hij werd katholiek opgevoed, en promoveerde in 1925 aan de Katholieke Universiteit Leuven tot doctor in de geschiedkundige en zedenkundige wetenschappen en zette zijn studies verder voort in Freiburg, Parijs (Sorbonne) en Londen (London School of Economics). Van 1928 tot 1933 was hij ambtenaar bij het gemeentebestuur van Antwerpen. Hij was onder meer kabinetschef van de burgemeester. Vervolgens was hij werkzaam bij de rijksadministratie te Brussel van 1934 tot 1939. Van 1939 tot 1941 was hij Commissaris-Generaal voor Toerisme. Tijdens de Tweede Wereldoorlog brak hij met de geloofs- en morele waarden waarmee hij was opgegroeid en nam een stoïcijnse levenshouding aan. Daarna verbleef hij te New York tot 1964 als Belgisch Commissaris voor Informatie en was bovendien gevolmachtigd minister. Als "De Stem uit Amerika" verzorgde hij in die periode een wekelijks radiopraatje op Radio 1 (Vlaanderen) op zaterdagavond. Marnix Gijsen begon zijn letterkundige carrière als dichter bij de expressionistische groep rond het literair tijdschrift Ruimte. Zijn belangrijkste gedicht is "Loflitanie van de H. Franciscus van Assisië". Hij was geïnspireerd door Paul van Ostaijen. Zijn werk werd vele malen bekroond, met de Belgische Staatsprijs voor verhalend proza in 1957 en de Belgische Staatsprijs ter bekroning van een schrijverscarrière in 1969 en de Prijs der Nederlandse Letterenin 1974. In 1975 werd de schrijver in de adelstand verheven. Hij ligt begraven op het Schoonselhof te Antwerpen. (bron : wikipedia)
Marnix Gijsen, pseudoniem van Jan-Albert Goris, (Antwerpen, 20 oktober 1899 – Lubbeek, 29 september 1984) was een Vlaamse schrijver. Zijn pseudoniem komt van Marnix van Sint Aldegonde en de achternaam van zijn moeder, Gijsen. Hij werd katholiek opgevoed, en promoveerde in 1925 aan de Katholieke Universiteit Leuven tot doctor in de geschiedkundige en zedenkundige wetenschappen en zette zijn studies verder voort in Freiburg, Parijs (Sorbonne) en Londen (London School of Economics). Van 1928 tot 1933 was hij ambtenaar bij het gemeentebestuur van Antwerpen. Hij was onder meer kabinetschef van de burgemeester. Vervolgens was hij werkzaam bij de rijksadministratie te Brussel van 1934 tot 1939. Van 1939 tot 1941 was hij Commissaris-Generaal voor Toerisme. Tijdens de Tweede Wereldoorlog brak hij met de geloofs- en morele waarden waarmee hij was opgegroeid en nam een stoïcijnse levenshouding aan. Daarna verbleef hij te New York tot 1964 als Belgisch Commissaris voor Informatie en was bovendien gevolmachtigd minister. Als "De Stem uit Amerika" verzorgde hij in die periode een wekelijks radiopraatje op Radio 1 (Vlaanderen) op zaterdagavond. Marnix Gijsen begon zijn letterkundige carrière als dichter bij de expressionistische groep rond het literair tijdschrift Ruimte. Zijn belangrijkste gedicht is "Loflitanie van de H. Franciscus van Assisië". Hij was geïnspireerd door Paul van Ostaijen. Zijn werk werd vele malen bekroond, met de Belgische Staatsprijs voor verhalend proza in 1957 en de Belgische Staatsprijs ter bekroning van een schrijverscarrière in 1969 en de Prijs der Nederlandse Letterenin 1974. In 1975 werd de schrijver in de adelstand verheven. Hij ligt begraven op het Schoonselhof te Antwerpen. (bron : wikipedia)