Karel Biddeloo
Toegevoegd op 27 september 2009 door cloetensbrecht
Afbeelding toegevoegd door cloetensbrecht
Kunstenaar:
Peter Kempenaers
Peter Kempenaers
Opschrift:
Ode aan Karel Biddeloo
Geboren in Wuustwezel
Striptekenaar
Ode aan Karel Biddeloo
Geboren in Wuustwezel
Striptekenaar
Plaatsbeschrijving:
Wuustwezel - kruising Rode Dreef - Bosduinstraat - Oude Baan
Wuustwezel - kruising Rode Dreef - Bosduinstraat - Oude Baan
Karel Biddeloo werd geboren op 17 augustus 1943 in Wuustwezel. Hij volgde een opleiding aan het Instituut voor Sierkunsten en Ambachten te Antwerpen. Toen al maakte hij stripverhalen waarin hij zelf optrad als ridder. Na zijn militaire dienst werkte hij een tijd lang als reclametekenaar voor een grootwarenhuis.
De ontmoeting met Willy Vandersteen deed zijn leven kantelen. Vandersteen had in 1966 een potloodtekenaar nodig voor zijn stripreeks rond Bessy, later werkte hij als inkter in de studio in Kalmthout aan de series Biggles en Karl May. Toen die reeksen wegvielen, werkte hij mee aan Safari. Hij werkte dus mee aan reeksen met realistische tekeningen. Stilaan hielp hij meer en meer aan de reeks rond De Rode Ridder en werd hij vooral bekend als de nieuwe tekenaar van deze serie.
Vandersteen startte de serie in 1959, maar het succes ging achteruit in de tweede helft van de jaren '60. Vandersteen dacht er zelfs aan om De Rode Ridder in het album "De laatste droom" (album 41, 1969) te laten sterven. Uiteindelijk werd echter besloten de reeks Biggles te stoppen. Het eerste verhaal waarbij Karel Biddeloo de schetsen mocht uitwerken en inkt zetten was "De wilde jacht" (album 37, 1968). 1969 werd de grote doorbraak voor Karel Biddeloo. Hij nam De Rode Ridder geheel over vanaf album 44, "Drie huurlingen", en voorzag zowel de tekst als de tekeningen. Hij gaf De Rode Ridder een nieuwe elan en het succes van de reeks groeide. Hoofdrollen waren naast de ridder voor Bahaal, de verpersoonlijking van het kwaad, en de fee Galaxa, de verpersoonlijking van het Goede. Vanaf het verhaal 'De leeuw van Vlaanderen' kreeg Bahaal hulp van Demoniah, een duivelin in mensengedaante. Samen nemen die twee slechterikken het op tegen De Rode Ridder en zijn grote liefde, de fee van het licht Galaxa, die voor het eerst optreedt in album 58, De toverspiegel.
Biddeloo gaf de ridder ook een thuishaven: het kasteel van Horst in Brabant. Biddeloo vond de inspiratie voor de verhalen, die zich op het kasteel van Horst afspelen, bij de vereniging Pynnockridders van Horst. Hij was lid van het vennootschap van deze ridders en hij was ook lid van El Paso in Wuustwezel. In El Paso speelde hij vele jaren de rol van cowboy Johnny Reb. Het is tijdens een feestje in El Paso dat hij zijn toekomstige vrouw Ursula Landmark (29 mei 1954, Stockholm) leerde kennen. Ze woonden in Brasschaat en Schilde en huwden daar ook. Het was een rustige plek maar door het bouwen van nieuwe woningen in de onmiddelijke buurt voelde Karel zich bekrompen. In november 1994 verhuisden ze daarom naar Wuustwezel, de geboorteplaats van Karel.
Karel Biddeloo overleed na een slepende ziekte te Coda Hospice Gooreind op maandag 7 juni 2004. Hij bleef tot het einde tekenen, zijn laatste boek was "Gog en Magog" en verscheen enkele maanden na zijn dood in december 2004. De serie werd een jaar na de dood van Biddeloo voortgezet door Martin Lodewijk (scenarioschrijver) en Claus Scholz (tekeningen). Minder bekend is dat Biddeloo samen met Karel Verschuere ook illustraties verzorgde voor de Rode Ridder boekenreeks. Karel Biddeloo is voor Wuustwezel een man om te koesteren. Wuustwezel bracht posthume hulde met het onthullen van een monument op 27 september 2009.
De ontmoeting met Willy Vandersteen deed zijn leven kantelen. Vandersteen had in 1966 een potloodtekenaar nodig voor zijn stripreeks rond Bessy, later werkte hij als inkter in de studio in Kalmthout aan de series Biggles en Karl May. Toen die reeksen wegvielen, werkte hij mee aan Safari. Hij werkte dus mee aan reeksen met realistische tekeningen. Stilaan hielp hij meer en meer aan de reeks rond De Rode Ridder en werd hij vooral bekend als de nieuwe tekenaar van deze serie.
Vandersteen startte de serie in 1959, maar het succes ging achteruit in de tweede helft van de jaren '60. Vandersteen dacht er zelfs aan om De Rode Ridder in het album "De laatste droom" (album 41, 1969) te laten sterven. Uiteindelijk werd echter besloten de reeks Biggles te stoppen. Het eerste verhaal waarbij Karel Biddeloo de schetsen mocht uitwerken en inkt zetten was "De wilde jacht" (album 37, 1968). 1969 werd de grote doorbraak voor Karel Biddeloo. Hij nam De Rode Ridder geheel over vanaf album 44, "Drie huurlingen", en voorzag zowel de tekst als de tekeningen. Hij gaf De Rode Ridder een nieuwe elan en het succes van de reeks groeide. Hoofdrollen waren naast de ridder voor Bahaal, de verpersoonlijking van het kwaad, en de fee Galaxa, de verpersoonlijking van het Goede. Vanaf het verhaal 'De leeuw van Vlaanderen' kreeg Bahaal hulp van Demoniah, een duivelin in mensengedaante. Samen nemen die twee slechterikken het op tegen De Rode Ridder en zijn grote liefde, de fee van het licht Galaxa, die voor het eerst optreedt in album 58, De toverspiegel.
Biddeloo gaf de ridder ook een thuishaven: het kasteel van Horst in Brabant. Biddeloo vond de inspiratie voor de verhalen, die zich op het kasteel van Horst afspelen, bij de vereniging Pynnockridders van Horst. Hij was lid van het vennootschap van deze ridders en hij was ook lid van El Paso in Wuustwezel. In El Paso speelde hij vele jaren de rol van cowboy Johnny Reb. Het is tijdens een feestje in El Paso dat hij zijn toekomstige vrouw Ursula Landmark (29 mei 1954, Stockholm) leerde kennen. Ze woonden in Brasschaat en Schilde en huwden daar ook. Het was een rustige plek maar door het bouwen van nieuwe woningen in de onmiddelijke buurt voelde Karel zich bekrompen. In november 1994 verhuisden ze daarom naar Wuustwezel, de geboorteplaats van Karel.
Karel Biddeloo overleed na een slepende ziekte te Coda Hospice Gooreind op maandag 7 juni 2004. Hij bleef tot het einde tekenen, zijn laatste boek was "Gog en Magog" en verscheen enkele maanden na zijn dood in december 2004. De serie werd een jaar na de dood van Biddeloo voortgezet door Martin Lodewijk (scenarioschrijver) en Claus Scholz (tekeningen). Minder bekend is dat Biddeloo samen met Karel Verschuere ook illustraties verzorgde voor de Rode Ridder boekenreeks. Karel Biddeloo is voor Wuustwezel een man om te koesteren. Wuustwezel bracht posthume hulde met het onthullen van een monument op 27 september 2009.