Koning Albert I

facebook twitter

Toegevoegd op 1 november 2010 door monlouis

Koning Albert I

Afbeelding toegevoegd door monlouis

monlouis | Koning Albert I | 0 monlouis | Koning Albert I | 0 monlouis | Koning Albert I | 0 monlouis | Koning Albert I | 0
Kunstenaar:
niet gekend
Plaatsbeschrijving:
Tournai - Avenue Leray
Informatie toegevoegd door monlouis :
1 november 2010
Albert Leopold Clément Marie Meinrad (Brussel, 8 april 1875 - Marche-les-Dames, 17 februari 1934), prins van België, hertog van Saksen, prins van Saksen-Coburg-Gotha, was van 23 december 1909 tot 17 februari 1934 Koning der Belgen. Hij was het vijfde kind van prins Filips, graaf van Vlaanderen en broer van koning Leopold II en van prinses Maria van Hohenzollern-Sigmaringen, dochter van Karel Anton van Hohenzollern-Sigmaringen. De kleine prins was nooit voorzien als Koning der Belgen, maar dit veranderde na de dood van zijn broer Boudewijn. Als troonopvolger kon hij een beroep doen op veel familiebanden; zijn oom Carol was koning van Roemenië, zijn tante Stephanie koningin van Portugal, nog een andere tante, Charlotte, was de keizerin van Mexico. Zijn overgrootvader was koning der Fransen, zijn nicht was kroonprinses van Oostenrijk-Hongarije, zijn schoontante was keizerin van Oostenrijk en zijn zwager was kroonprins van Beieren. Veel van deze familiebanden werden op de proef gesteld tijdens WOI; hij liet later het familiewapen bannen en de familienaam Saksen-Coburg-Gotha schrappen. Albert huwde in 1900 met hertogin Elisabeth in Beieren, dochter van Karel Theodoor in Beieren en Maria José van Bragança. Uit het huwelijk werden drie kinderen geboren: Leopold (de latere koning Leopold III) Karel (de latere prins-regent) Marie-José, die later koningin van Italië zou zijn totdat het Italiaanse volk de monarchie omverwierp en een republiek installeerde. Koning Albert I was ook de Koning die tijdens de Eerste Wereldoorlog bij zijn soldaten bleef in de loopgraven aan de IJzer in West-Vlaanderen, terwijl de regering in ballingschap was in Le Havre. In augustus 1914 had koning Albert zijn hoofdkwartier gevestigd in het Kasteel de Dieudonné te Korbeek-Lo, dat toebehoorde aan de familie van baron de Dieudonné. Hij verbleef daar van 5 tot 19 augustus. Enkele dagen later werd het kasteel door de Duitsers volledig platgebrand. In oktober 1914, op een ogenblik dat het leger in wanorde aan het terugtrekken was, stelde de vertegenwoordiger van de Franse regering, generaal Pau, voor om het Belgische leger terug te laten trekken naar en te hergroeperen in Frankrijk (de streek Calais - Sint-Omaars). Koning Albert aanvaardde, in samenspraak met de Belgische regering, dit voorstel. Op 10 oktober 1914 vroeg de Belgische regering aan de Franse om 'gastvrijheid voor het Belgische leger'. Diezelfde dag volgde er een energieke weigering van generaal Joffre (die niet wist dat het voorstel van zijn eigen gevolmachtigde kwam), zeggende dat er 'geen sprake' kan van zijn dat het Belgisch leger zich terugplooit tot Calais. Terzelfder tijd vroeg hij dat het leger zich tot de streek Ieper - Poperinge zou terugtrekken, wat ook gebeurde.[2] [3] Op 11 oktober viel de beslissing om slag te leveren aan de IJzer. Hij kreeg van zijn soldaten al vlug de bijnamen Koning-Ridder en Koning-Soldaat. Albert I stierf na een val van de rotsen in Marche-les-Dames (Namen) op 17 februari 1934. (bron : wikipedia)