Koningin Astrid
Toegevoegd op 31 oktober 2010 door monlouis
Afbeelding toegevoegd door monlouis
Kunstenaar:
niet gekend
niet gekend
Opschrift:
ASTRID
koningin
ASTRID
koningin
Plaatsbeschrijving:
Dendermonde - Koningin Astridlaan
Dendermonde - Koningin Astridlaan
Het ontwerp van het borstbeeld werd, op basis van een uitgeschreven wedstrijd, toevertrouwd aan de jonge beeldhouwer Jos De Decker. De marmeren sokkel werd ontworpen door stadsarchitect Fernand De Ruddere. Het ontwerp werd op 15 juni 1938 door het stadsbestuur ter goedkeuring voorgelegd aan de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Natuurschoon te Brussel.
De plechtige onthulling van het monument greep plaats op zondag 17 juli 1938. (bron : Dendermonde.be)
Astrid Sofia Lovisa Thyra (Stockholm, 17 november 1905 – Küssnacht am Rigi, 29 augustus 1935), prinses van België, hertogin van Brabant, prinses van Zweden, was de dochter van prins Karel van Zweden en prinses Ingeborg van Denemarken. Haar zus Märtha van Zweden, was kroonprinses van Noorwegen; koningin Astrid was dus een tante van de huidige koning Harald V van Noorwegen. Haar oom was Christiaan X van Denemarken, en haar grootvader was koning Oscar II van Zweden. Via haar moeder stamde ze af van de Nederlandse koning Willem I. Bij haar aankomst in Antwerpen, vergat de prinses alle ceremonieel en vloog haar verloofde om de hals; dit spontane gebaar was het begin van de enorme sympathie die de vorstin bij de bevolking verwierf. Door haar huwelijk in 1926 met de toenmalige Belgische kroonprins Leopold werd zij na de dood van koning Albert I in 1934 koningin der Belgen. De blijde intreden (de planmatig afgelegde bezoeken aan de negen provinciehoofdsteden) werden druk bijgewoond. Van het volk kreeg ze door nationale intekening het diadeem der negen provinciën. In de koninklijke familie was er bezorgdheid vanwege haar lutherse afkomst. Een paar jaar na haar huwelijk bekeerde de koningin zich tot het rooms-katholieke geloof. Het paar woonde eerst in het Bellevue-paleis te Brussel. Nadien verhuisde het gezin naar het Kasteel van Stuyvenberg, waar Boudewijn en Albert werden geboren. De koningin deed aan naastenliefde en organiseerde zelf inzamelacties ten behoeve van de minderbedeelden. Als ze een aangrijpende verzoekbrief kreeg, ging ze soms persoonlijk op onderzoek uit om het in de brief aangeroerde probleem op te lossen. In 1935 kwam de koningin der Belgen op 29-jarige leeftijd om het leven bij een auto-ongeval in het ZwitserseKüssnacht am Rigi. De koning verloor de controle over de wagen waarin het paar incognito, onder de naam Renard, een uitstapje maakte. De vorstin werd uit de auto geslingerd en tegen een boom gekatapulteerd. Door ernstig hoofdletsel was zij op slag dood. Samen met de vorstin overleed ook haar vierde ongeboren kind, terwijl haar andere kinderen thuis waren. De koningin werd opgebaard met een omzwachteld hoofd. Vele Belgen waren in rouw en treurden om de prinsjes en het prinsesje die op jonge leeftijd hun moeder verloren. Door dit ongeval was Astrid slechts een jaar koningin. Leopold treurde om haar verlies en verbood zijn kinderen over haar te spreken. Haar boudoir liet hij intact en hij bewaarde haar met bloed besmeurde jurk. Küssnacht schonk Leopold de grond van de plaats van het ongeluk, waarop Leopold een kapel liet bouwen ter herinnering aan haar. Astrid zelf ligt begraven in een praalgraf in de koninklijke crypte te Laken. Ze rust naast haar echtgenoot en diens tweede vrouw, Lilian, prinses van Retie. Astrid schonk de dynastie de latere koningen Boudewijn en Albert II en groothertogin Josephine-Charlotte vanLuxemburg (11 oktober 1927). (bron : wikipedia)
Astrid Sofia Lovisa Thyra (Stockholm, 17 november 1905 – Küssnacht am Rigi, 29 augustus 1935), prinses van België, hertogin van Brabant, prinses van Zweden, was de dochter van prins Karel van Zweden en prinses Ingeborg van Denemarken. Haar zus Märtha van Zweden, was kroonprinses van Noorwegen; koningin Astrid was dus een tante van de huidige koning Harald V van Noorwegen. Haar oom was Christiaan X van Denemarken, en haar grootvader was koning Oscar II van Zweden. Via haar moeder stamde ze af van de Nederlandse koning Willem I. Bij haar aankomst in Antwerpen, vergat de prinses alle ceremonieel en vloog haar verloofde om de hals; dit spontane gebaar was het begin van de enorme sympathie die de vorstin bij de bevolking verwierf. Door haar huwelijk in 1926 met de toenmalige Belgische kroonprins Leopold werd zij na de dood van koning Albert I in 1934 koningin der Belgen. De blijde intreden (de planmatig afgelegde bezoeken aan de negen provinciehoofdsteden) werden druk bijgewoond. Van het volk kreeg ze door nationale intekening het diadeem der negen provinciën. In de koninklijke familie was er bezorgdheid vanwege haar lutherse afkomst. Een paar jaar na haar huwelijk bekeerde de koningin zich tot het rooms-katholieke geloof. Het paar woonde eerst in het Bellevue-paleis te Brussel. Nadien verhuisde het gezin naar het Kasteel van Stuyvenberg, waar Boudewijn en Albert werden geboren. De koningin deed aan naastenliefde en organiseerde zelf inzamelacties ten behoeve van de minderbedeelden. Als ze een aangrijpende verzoekbrief kreeg, ging ze soms persoonlijk op onderzoek uit om het in de brief aangeroerde probleem op te lossen. In 1935 kwam de koningin der Belgen op 29-jarige leeftijd om het leven bij een auto-ongeval in het ZwitserseKüssnacht am Rigi. De koning verloor de controle over de wagen waarin het paar incognito, onder de naam Renard, een uitstapje maakte. De vorstin werd uit de auto geslingerd en tegen een boom gekatapulteerd. Door ernstig hoofdletsel was zij op slag dood. Samen met de vorstin overleed ook haar vierde ongeboren kind, terwijl haar andere kinderen thuis waren. De koningin werd opgebaard met een omzwachteld hoofd. Vele Belgen waren in rouw en treurden om de prinsjes en het prinsesje die op jonge leeftijd hun moeder verloren. Door dit ongeval was Astrid slechts een jaar koningin. Leopold treurde om haar verlies en verbood zijn kinderen over haar te spreken. Haar boudoir liet hij intact en hij bewaarde haar met bloed besmeurde jurk. Küssnacht schonk Leopold de grond van de plaats van het ongeluk, waarop Leopold een kapel liet bouwen ter herinnering aan haar. Astrid zelf ligt begraven in een praalgraf in de koninklijke crypte te Laken. Ze rust naast haar echtgenoot en diens tweede vrouw, Lilian, prinses van Retie. Astrid schonk de dynastie de latere koningen Boudewijn en Albert II en groothertogin Josephine-Charlotte vanLuxemburg (11 oktober 1927). (bron : wikipedia)
DE DECKER Jos (Dendermonde, 1912 - 2000)
Beeldhouwer, ontwerper van medailles. Opleiding aan de Academies te Dendermonde o.l.v. Alfred Courtens (1931-1933) en te Brussel o.l.v. Egide Rombaux, Martin en Rousseau (1933-1938). Tweede voor de Prijs van Rome in 1941.
Ontwierp o.m. figuren, dieren; creëerde tevens fonteinen. Werkte aanvankelijk in hout, maakte vervolgens een experimentele periode door die tot abstrahering van de figuratie leidde en de figuren tot een soort silhouetten metamorfoseerde; nog later duiken vreemde elementen op die een derde dimensie aan zijn werken verlenen.
Belangrijke officiële werken: o.a. het Koningin Astridmonument te Dendermonde en Gent, het borstbeeld van Auguste De Boeck te Merchtem, fonteinen te Dendermonde, Lokeren, Brussel, O.-L.-Vrouwbeelden voor kerken te Dendermonde, Overijse, Oudenaarde.
Stelde o.a. tentoon op het «47ste Salon» van de Kring «Kunst en Kennis» te Gent in 1946, met «Les Arts en Europe» te Brussel van 1970 tot 1978. Was leraar (1947-1977) en directeur (1970-1977) aan de Academie te Dendermonde.
Vermeld in BAS II en “Twee eeuwen Signaturen van Belgische kunstenaars”.
http://www.nobel.be/NL/ART/8523_de_decker_jos_i
Beeldhouwer, ontwerper van medailles. Opleiding aan de Academies te Dendermonde o.l.v. Alfred Courtens (1931-1933) en te Brussel o.l.v. Egide Rombaux, Martin en Rousseau (1933-1938). Tweede voor de Prijs van Rome in 1941.
Ontwierp o.m. figuren, dieren; creëerde tevens fonteinen. Werkte aanvankelijk in hout, maakte vervolgens een experimentele periode door die tot abstrahering van de figuratie leidde en de figuren tot een soort silhouetten metamorfoseerde; nog later duiken vreemde elementen op die een derde dimensie aan zijn werken verlenen.
Belangrijke officiële werken: o.a. het Koningin Astridmonument te Dendermonde en Gent, het borstbeeld van Auguste De Boeck te Merchtem, fonteinen te Dendermonde, Lokeren, Brussel, O.-L.-Vrouwbeelden voor kerken te Dendermonde, Overijse, Oudenaarde.
Stelde o.a. tentoon op het «47ste Salon» van de Kring «Kunst en Kennis» te Gent in 1946, met «Les Arts en Europe» te Brussel van 1970 tot 1978. Was leraar (1947-1977) en directeur (1970-1977) aan de Academie te Dendermonde.
Vermeld in BAS II en “Twee eeuwen Signaturen van Belgische kunstenaars”.
http://www.nobel.be/NL/ART/8523_de_decker_jos_i