De witloofboer

facebook twitter

Toegevoegd op 17 augustus 2010 door monlouis

De witloofboer

Afbeelding toegevoegd door monlouis

monlouis | De witloofboer | 0 monlouis | De witloofboer | 0 monlouis | De witloofboer | 0 axelvaeck | De witloofboer | 0 cloetensbrecht | De witloofboer | 0 cloetensbrecht | De witloofboer | 0
Kunstenaar:
Luc Mathijs
Opschrift:
De witloofboer

Geworteld in de bijbel van zijn dorp
met handen die zijn eigen lot bepalen
en woorden die hem nauwelijks vertalen
-alles wat hij bereikt ligt op een worp
vandaan- zo dekt het jaar hem toe
met hard labeur, nooit levensmoe:
eerst 't kiemen van het zaad in 't prille
voorjaarskleed,
dan 't zorgzeer om de plant in hete zomeruren
bij natte herfst soms in de laag een
reumabeet met aan zijn winterbed de
pruttelende vuren...

Maar wanneer het witte goud onder zijn
ogen rijst
wordt plots de grond zijn orgel dat
zijn arbeid prijst.

Marcel Pira
Plaatsbeschrijving:
Kampenhout - Kerkstraat
Informatie toegevoegd door monlouis :
17 augustus 2010
Kunstenaar : Luc Mathijs. Kampenhout had al enkele eeuwen zijn oorsprong gevonden alvorens het witlof (volksbenaming: witloof) als groente geteeld werd en pas eind 19de, begin 20ste eeuw tot hier in de streek doordrong. Als plant is witloof al heel lang gekend! De Egyptenaren gebruikten de plant reeds als geneeskrachtig middel tegen maagpijnen. Horatius sprak in de eerste eeuw voor Christus in Rome over "cichorium". Rembert Dodoens, de bekende botanicus, had het in zijn 16de eeuws ‘Cruydtboek’ eveneens over de "cicoreye". De wilde plant werd door de eeuwen heen op natuurlijke wijze geselecteerd, tot men hem in de 17de eeuw in Vlaanderen ook als bladgroente ging gebruiken. Volgens de volkse overbrenging zou Jan Brammers, landbouwer te Schaarbeek, het eerste witloof rond 1830 gekweekt hebben. Hij bewaarde de wortelen in zijn kelder en bedekte ze met een beetje aarde. Tijdens de revolutiedagen van augustus-september 1830 moest hij vluchten en bij zijn terugkeer ontdekte hij de witte scheuten op de wortelen ! Deze theorie wordt door sommige deskundigen aangevochten en daarmee zullen we wellicht nooit te weten komen wie de echte uitvinder was. Wat we wel weten, is dat Breziers (1850-51), cultuuroverste van de Brusselse plantentuin, zich verdienstelijk maakte door voor het eerst een opkweektechniek toe te passen, waarbij de witloofkrop opgroeide onder een deklaag van grond. Hierbij verkreeg men de vaste witte krop zoals we hem nu nog altijd kennen. Sinds die tijd hebben de telers door natuurlijke selectie hun eigen product steeds verbeterd. Onze streekbodem is zeer kalkrijk, met een uitstekend mengsel van klei- en zandgrond. Dit geeft onze witloofkweek een maximale opbrengst en tevens zijn uitzonderlijke smaak. Witloof heeft een artisanale teeltwijze... . Gedurende de zomermaanden groeit het witloofzaadje in het veld uit tot een plant met een forse wortel. Het witloof verdraagt geen bemesting, zodat onrechtstreeks de witloofteelt ook overbemesting uitsluit. In de herfst worden de wortelen nu machinaal geoogst, van het groene loof ontdaan en verder bewerkt. Na ± 3 à 4 weken groeit er een vaste witloofkrop op de wortel. Enkele dagen later proeven we de pittige smaak van het witloof, geserveerd in al zijn variaties! (bron : kampenhout.be)