gevallenen Nederlandse cavalerie

facebook twitter

Toegevoegd op 14 april 2011 door monlouis

gevallenen Nederlandse cavalerie

Afbeelding toegevoegd door monlouis

monlouis | gevallenen Nederlandse cavalerie | 0 monlouis | gevallenen Nederlandse cavalerie | 0 monlouis | gevallenen Nederlandse cavalerie | 0 monlouis | gevallenen Nederlandse cavalerie | 0 monlouis | gevallenen Nederlandse cavalerie | 0 monlouis | gevallenen Nederlandse cavalerie | 0
Kunstenaar:
niet gekend
Opschrift:
Dit gedenkteken is opgericht op initiatief van de stichting Cavaleriemonument Quatre-Bras en Waterloo.
Ontwerp : Willem Van Rooijen, Rijswijk, Pays-Bas
ter nagedachtenis en hulde aan de gevallenen van de Nederlandse cavalerieregimenten huzaren no. 6 en no. 8, karabiniers no. 1, no. 2 en no. 3, lichte dragonders no. 4 en no. 5 in de veldslagen bij Quatre-Bras 16-6-1815 en Waterloo 18-6-1815
Opgericht 21-9-1990
Reg Huzaren van Boreel
Reg Huzaren van Sytzama
Reg Huzaren Prins alexander
Plaatsbeschrijving:
Genappe - Route de Houtain
Informatie toegevoegd door monlouis :
14 april 2011
De bijdrage van de Nederlandse troepen in de slag bij Quatre-Bras is soms nogal overdreven in de geschiedschrijving. Napoleon schreef op Sint-Helena in zijn memoires het volgende: "De prins van Oranje heeft op die dag het bewijs gegeven, dat hij het genie van de oorlog bezit, (...) zonder hem was het geallieerde leger vernietigd." Ook schreef de keizer nog: "... zonder de heldhaftige vastberadenheid van de prins van Oranje, die met een handjevol manschappen gedurfd heeft om zijn positie bij Quatre-Bras in te nemen, had ik het Engelse leger zonder slag of stoot overwonnen en was ik net zoals bij Friedland als overwinnaar naar voren gekomen. De Prins van Oranje heeft op die dag het bewijs geleverd dat hij een geboren militair is. Alle eer van deze campagne komt hem toe. Zonder hem zou het Engelse leger verslagen zijn zonder slag geleverd te hebben en had Blücher pas aan de andere kant van de Rijn zijn toevlucht kunnen nemen." Het is overduidelijk dat Napoleon (in ballingschap op Sint-Helena) de rol van de prins van Oranje benadrukte, om daarmee de veel meer invloedrijke rol die Wellington, Blücher en Gneisenau hadden te verminderen. Napoleons opmerkingen zeggen daarmee uiteindelijk niets over het optreden van de Nederlandse troepen. De glorierijke rol die de Nederlandse troepen is toegedicht in de geschiedschrijving is voornamelijk ontstaan, doordat de stafchef van het 1e korps, Constant-Rebecque, besloot om de Nassausche troepen te laten staan bij Quatre-Bras, toen hij vandaar op de avond van 15 juni vernam dat daar de Franse voorhoede een aanval had uitgevoerd op diezelfde Nassausche troepen. Uiteindelijk zou hij generaal Perponcher, die het commando voerde over de 2e Nederlandsche Divisie ook nog opdracht geven om de troepen op het kruispunt te versterken met bataljons van Van Bylandts brigade. Dit alles ging in tegen de orders van Wellington, die juist had bevolen om deze gehele divisie zich te laten verzamelen te Nijvel. Hierin ligt de oorzaak dat in de geschiedschrijving vervolgens de conclusie is getrokken, dat de Nederlanders juist wel doorhadden dat de Franse opmars het kruispunt van Quatre-Bras bedreigden en zich hier een veldslag zou gaan afspelen. Op zich was er niets tegen dat de Nassause troepen nu hier bleven, wat in eerste instantie niet meer was dan een verzamelplaats voor hun brigade, maar niemand aan Nederlandse zijde kon maar vermoeden dat zich hier werkelijk op 16 juni een veldslag zou ontwikkelen. Zelfs op de ochtend van 16 juni twijfelde men nog of de Franse aanwezigheid hier niet een misleidende manoeuvre was en de werkelijke aanval niet ergens anders moest worden verwacht. Het is al met al meer geluk geweest dat zich hier uiteindelijk Nederlandse troepen bevonden, toen maarschalk Ney zijn aanval opende, dan een vooruitziende strategische blik. Het gehele karakter van de veldslag is er namelijk een van improvisatie geweest. Telkens wist Wellington net op tijd nieuwe divisies te laten arriveren, die er voor zorgden dat de Fransen langzamerhand het numerieke overwicht in troepen verloren en zo de kansen keerden. Dat doet natuurlijk niets af aan de prestaties zelf van de verschillende Nederlandse en Nassausche bataljons gedurende het begin van de veldslag. Maar het is belangrijk op te merken dat deze ene divisie ook het geluk had dat de Fransen voorzichtig oprukten, aangezien zij vermoedden dat er meer troepen al aanwezig waren dan in werkelijkheid. De bijdrage van de Nederlandse troepen doet in ieder geval niet onder voor die van hun geallieerde broedertroepen die hier deze dag vochten. (bron : wikipedia)