Standbeelden.be

Constant Lievens (Moorslede, 1856) kwam in het Klein Seminarie (Roeselare) terecht in de “wonderklas” met o.a. Albrecht Rodenbach. In 1877 trok hij naar het Grootseminarie in Brugge, maar hij wilde missionaris worden en trad in bij de jezuïeten. Lievens werd naar Brits-Indië gestuurd. Zijn missioneringswerk situeerde zich in Chotanagpur, een regio die werd bewoond door Adibasi-stammen. Hier werd hij geconfronteerd met uitbuiting en onrechtmatige onteigeningen. Lievens trok met tientallen zaken naar de koloniale rechtbanken en won vaak het pleit. Met zijn strijd voor menselijke waardigheid en mensenrechten won hij de sympathie van de Adibasi. Het werd de basis van een brede bekeringsgolf. Toen hij in 1888 missieoverste werd, liep het aantal christenen al op tot meer dan 70.000. Lievens ging onvermoeibaar door, maar moest een zware lichamelijke tol betalen. Geveld door TBC werd hij nog naar Darjeeling gestuurd om te rusten, maar hij kon zijn Adibasivolk niet loslaten. Terug in Ranchi doopte hij in enkele maanden tijd nog 12.000 mensen. Uiteindelijk keerde hij naar België terug in de hoop er te genezen. Ondanks de beste zorgen overleed hij te Leuven op 7 november 1893. In 2001 werd het zaligverklaringsproces van de “apostel van Chotanagpur” ingezet.(bron : ergoedkleinseminarie.be)

11 augustus 1929. Pater Lievens houdt het kruisbeeld in de hoogte, symbool van zijn missiewerk in India.
beeldhouwer: Josué Dupon