Gerard Walschap
Toegevoegd op 16 augustus 2010 door monlouis
Afbeelding toegevoegd door monlouis
Kunstenaar:
niet gekend
niet gekend
Opschrift:
9 juli 1898
geboortehuis van
Gerard Walschap
Prins der Nederlandse letteren
9 juli 1898
geboortehuis van
Gerard Walschap
Prins der Nederlandse letteren
Plaatsbeschrijving:
Londerzeel - Bloemstraat 2, deelgemeente Sint-Jozef
Londerzeel - Bloemstraat 2, deelgemeente Sint-Jozef
Jacob Lodewijk Gerard baron Walschap (Londerzeel, 9 juli 1898 - Antwerpen, 25 oktober 1989), zoon van een kleine kruidenier, was een Vlaams schrijver, vooral van romans. Hij studeerde goed en wilde missionaris worden, en grootse dingen doen, volkeren bekeren, zoals hij later zelf zei.
Walschap begon in Leuven aan de studie voor priester, maar vlak voor hij de eerste wijdingen moest ontvangen, stopte hij ermee. Hij besefte dat priesterschap en celibaat niet aan hem waren besteed. Hij ging werken op de redactie van het katholieke Vlaamse weekblad Het Vlaamsche Land en later voor Hooger Leven. Hij begon de Deense, Noorse en Russische grote auteurs te lezen en stilaan kwam hij tot nieuwe inzichten over schrijven, inzichten die hij een leven lang zal toepassen en waarvoor hij door de katholieke Kerk zou worden aangevallen, besmeurd, gecensureerd en gebroodroofd. Hij wilde in eerste instantie een epische romankunst.
Als schrijver debuteerde hij met romantische verzen en enkele katholiek getinte toneelstukken. In 1925 trouwde hij met Marie-Antoinette "Ninette" Theunissen, met wie hij vier zonen en een dochter kreeg — en tijdens een vakantie in Wenduine in de zomer van 1928 begon hij met het schrijven van wat een novelle volgens de nieuwe inzichten moest worden. Maar, vertelde hij daarover zelf, ik kon niet meer stoppen, ik schreef en schreef maar. En toen het af was, had ik Adelaïdegeschreven.
Toch verscheen Waldo als zijn eerste roman in 1928. Walschap was er allesbehalve tevreden over. Ik schreef hem in afleveringen, uit kopij-nood, zei hij, en ik publiceerde hem uit geldnood. Wanneer Adelaïde in 1929 verschijnt, verwacht Walschap alle lof van de — hoofdzakelijk katholieke — Vlaamse pers. Veiligheidshalve had hij het manuscript vooraf aan een bevriend priester te lezen gegeven, die hem had gerustgesteld. Tot zijn grote verbazing kreeg hij het gehele katholieke Vlaanderen over zich heen, hij werd gebrandmerkt als afvallige, uitgescholden voor pornograaf, gechanteerd met censuur — het Algemeen Secretariaat van de Katholieke Boekhandel (ASKB) controleerde meer dan 80% der bibliotheken — en meedogenloos gebroodroofd. Zijn boeken kwamen op de beruchte index. De botsing met de bekrompen hypocriete katholieke moraal was het begin van een strijd die lang zou duren, maar in Walschaps voordeel zou worden beslecht: hij gaf Vlaanderen een (...) inhoudelijk nieuwe roman, in een frisse, zakelijke stijl, authentiek en sociaal bewogen, met mensen van vlees en bloed en emoties, in de realiteit van hun dagelijks bestaan, los van het keurslijf van een verdrukkend geloof en een onmenselijke kerk(..). In 1943 legt hij de nieuwe normen voor de romankunst vast in het essay Voorpostgevechten. Over zijn strijd tegen het onrecht hem aangedaan door de kerk schreef hij ongemeen boeiend in Vaarwel dan(1940) en ook later nog in Salut en merci (1955).
Zijn beste en bekendste werk is wellicht de roman Houtekiet, uit 1939, de roman van de nieuwe mens in een vrije maatschappij. Walschap zegt hierover:
Houtekiet is de nieuwe mens, de man die verstandig en bekwaam leeft, seksueel en creatief, rechtvaardig en volkomen los van zijn voormalig geloof, ethisch en sociaal geëngageerd. Houtekiet, dat ben ik zelf(..). (bron : wikipedia)
Deze gedenkplaat bevindt zich niet meer op deze locatie. Het geboorthuis werd afgebroken.