Adolphe Sax
Toegevoegd op 13 juni 2011 door monlouis
Afbeelding toegevoegd door monlouis
Kunstenaar:
niet gekend
niet gekend
Plaatsbeschrijving:
Dinant - Rue Adolphe Sax 37
Dinant - Rue Adolphe Sax 37
kunstenaar : Jean-Marie Mathot
Antoine-Joseph (Adolphe) Sax (Dinant, 6 november 1814 - Parijs, 4 februari 1894) was een Belgische bouwer van muziekinstrumenten. Zijn grootste bekendheid heeft hij te danken aan zijn uitvinding van de saxofoon. Adolphe Sax werd geboren op 6 november 1814 te Dinant. Hij was de oudste zoon van Charles-Joseph Sax (1791-1865) die instrumentenbouwer was en een fabriek voor blaasinstrumenten in Brussel had. Hij was zelfs hofleverancier voor het huis van Oranje in de tijd dat België en Nederland één land waren. Zijn moeder was Marie-Joseph Masson (1813-1865)[1]. Er waren 11 kinderen in het gezin, maar slechts 4 zouden meer dan 25 jaar oud worden. Zijn jeugd verliep erg tragisch. Hij kon amper staan, of hij viel drie verdiepingen naar beneden, waarbij hij zijn hoofd hard stootte tegen een steen. Men dacht toen dat hij dood was. Op zijn derde dronk hij een kopje gif, daarna at hij een speld op. Nog later verbrandde hij zich ernstig bij de explosie van kruit voor geweren. Hij ontsnapte ook aan vitriool en arsenicum, aan de verdrinkingsdood en hij verbrandde zich aan een pan. Zijn moeder beweerde dat hij voor het ongeluk geboren was, en dat hij niet lang zou leven. Men noemde hem 'de kleine geest'. [2] Sax junior begon zijn muzikale opleiding in 1828 aan de Brusselse Koninklijke Muziekschool. Naast deze algemene opleiding volgde hij ook klarinetlessen waarmee hij op 15-jarige leeftijd mee deed aan een competitie. Zijn eerste experimenten deed hij trouwens met de basklarinet: hij ontwikkelde een nieuw 24-kleppensysteem, dat hij demonstreerde op de Brusselse industrietentoonstelling van 1835 en later patenteerde. Daarna werkte Sax aan de plannen voor een reeks nieuwe instrumenten. Op de Brusselse industrietentoonstelling van 1841 gaf Sax een eerste officiële auditie van zijn creatie: de saxofoon. Maar aangezien de saxofoon nog niet gepatenteerd was, speelde Sax achter een gordijn, zodat niemand kon zien welk instrument die goddelijke klanken voortbracht. In België kreeg Sax echter niet de erkenning die hij verwachtte. De jury weigerde hem een eerste prijs toe te kennen omdat Sax volgens hen nog te jong was en hij dan later geen hogere waardering zou kunnen ontvangen. Hij antwoordde duidelijk: “Als zij denken dat ik te jong ben voor de gouden medaille, dan vind ik mezelf te oud voor de zilveren.” Hij ging dan ook elders zijn geluk zoeken. In 1842 vertrok Adolphe Sax naar Parijs op verzoek van luitenant- generaal, graaf de Rumigny. Deze edelman zag in Sax de geschikte persoon om de Franse militaire muziekkapellen van betere instrumenten te voorzien. In 1843 opende Sax in Parijs, in een oude schuur, zijn eerste instrumentenfabriek: "Adolphe Sax & Cie". Zijn productie was op een industriële leest geschoeid en op het hoogtepunt van zijn activiteit had hij 200 arbeiders in dienst. Al een jaar later toonde hij een groot aantal prachtig vormgegeven en opzienbarende muziekinstrumenten op een grote Industriële Expositie in Parijs. Een aantal ministeriële decreten bezorgden hem achtereenvolgens een monopolie als leverancier van saxofoons aan de Franse militairen. In 1848 werd na de Franse omwenteling het decreet ingetrokken dat zijn saxhorns van een vaste plaats in de militaire bands verzekerde. Mede als gevolg van dit alles ging zijn bedrijf voor de eerste maal in 1852 failliet. In 1853, na de dood van 7 van zijn kinderen, en als gevolg van financiële problemen, vervoegde de meester zijn zoon Adolphe in Parijs. Ook zijn jongere broer had zich al wat eerder als medewerker bij hem gevoegd. Gelukkig voor hem werd in 1854 onder Napoleon III het decreet opnieuw ingevoerd en mede dankzij de steun van de keizer zelf kon Sax zijn bedrijf weer verder opbouwen. In 1858 werd Adolphe Sax op miraculeuze wijze genezen van kanker, dankzij de tussenkomst van een zwarte dokter die Indische planten gebruikte. Tijdens de Frans-Duitse oorlog stortte de productie wederom in elkaar, deze keer voorgoed. Hierbij werd zijn persoonlijke instrumentenverzameling, bestaande uit 467 stukken, zelfs openbaar verkocht. Daardoor kwamen zijn enige inkomsten alleen nog uit zijn functie als muzikaal directeur van de Opera, ook omdat inmiddels veel van zijn patenten waren verlopen. Op 4 februari 1894 overleed de instrumentenmaker en uitvinder van de saxofoon Adolphe Sax op 79-jarige leeftijd. Hij werd nooit bijzonder rijk. Door de aanhoudende processen liet hij zelfs een berg schulden na, maar hij kreeg wel de erkenning die hem toekwam. Hij werd op Cimetière de Montmartre begraven. (bron : wikipedia)
Antoine-Joseph (Adolphe) Sax (Dinant, 6 november 1814 - Parijs, 4 februari 1894) was een Belgische bouwer van muziekinstrumenten. Zijn grootste bekendheid heeft hij te danken aan zijn uitvinding van de saxofoon. Adolphe Sax werd geboren op 6 november 1814 te Dinant. Hij was de oudste zoon van Charles-Joseph Sax (1791-1865) die instrumentenbouwer was en een fabriek voor blaasinstrumenten in Brussel had. Hij was zelfs hofleverancier voor het huis van Oranje in de tijd dat België en Nederland één land waren. Zijn moeder was Marie-Joseph Masson (1813-1865)[1]. Er waren 11 kinderen in het gezin, maar slechts 4 zouden meer dan 25 jaar oud worden. Zijn jeugd verliep erg tragisch. Hij kon amper staan, of hij viel drie verdiepingen naar beneden, waarbij hij zijn hoofd hard stootte tegen een steen. Men dacht toen dat hij dood was. Op zijn derde dronk hij een kopje gif, daarna at hij een speld op. Nog later verbrandde hij zich ernstig bij de explosie van kruit voor geweren. Hij ontsnapte ook aan vitriool en arsenicum, aan de verdrinkingsdood en hij verbrandde zich aan een pan. Zijn moeder beweerde dat hij voor het ongeluk geboren was, en dat hij niet lang zou leven. Men noemde hem 'de kleine geest'. [2] Sax junior begon zijn muzikale opleiding in 1828 aan de Brusselse Koninklijke Muziekschool. Naast deze algemene opleiding volgde hij ook klarinetlessen waarmee hij op 15-jarige leeftijd mee deed aan een competitie. Zijn eerste experimenten deed hij trouwens met de basklarinet: hij ontwikkelde een nieuw 24-kleppensysteem, dat hij demonstreerde op de Brusselse industrietentoonstelling van 1835 en later patenteerde. Daarna werkte Sax aan de plannen voor een reeks nieuwe instrumenten. Op de Brusselse industrietentoonstelling van 1841 gaf Sax een eerste officiële auditie van zijn creatie: de saxofoon. Maar aangezien de saxofoon nog niet gepatenteerd was, speelde Sax achter een gordijn, zodat niemand kon zien welk instrument die goddelijke klanken voortbracht. In België kreeg Sax echter niet de erkenning die hij verwachtte. De jury weigerde hem een eerste prijs toe te kennen omdat Sax volgens hen nog te jong was en hij dan later geen hogere waardering zou kunnen ontvangen. Hij antwoordde duidelijk: “Als zij denken dat ik te jong ben voor de gouden medaille, dan vind ik mezelf te oud voor de zilveren.” Hij ging dan ook elders zijn geluk zoeken. In 1842 vertrok Adolphe Sax naar Parijs op verzoek van luitenant- generaal, graaf de Rumigny. Deze edelman zag in Sax de geschikte persoon om de Franse militaire muziekkapellen van betere instrumenten te voorzien. In 1843 opende Sax in Parijs, in een oude schuur, zijn eerste instrumentenfabriek: "Adolphe Sax & Cie". Zijn productie was op een industriële leest geschoeid en op het hoogtepunt van zijn activiteit had hij 200 arbeiders in dienst. Al een jaar later toonde hij een groot aantal prachtig vormgegeven en opzienbarende muziekinstrumenten op een grote Industriële Expositie in Parijs. Een aantal ministeriële decreten bezorgden hem achtereenvolgens een monopolie als leverancier van saxofoons aan de Franse militairen. In 1848 werd na de Franse omwenteling het decreet ingetrokken dat zijn saxhorns van een vaste plaats in de militaire bands verzekerde. Mede als gevolg van dit alles ging zijn bedrijf voor de eerste maal in 1852 failliet. In 1853, na de dood van 7 van zijn kinderen, en als gevolg van financiële problemen, vervoegde de meester zijn zoon Adolphe in Parijs. Ook zijn jongere broer had zich al wat eerder als medewerker bij hem gevoegd. Gelukkig voor hem werd in 1854 onder Napoleon III het decreet opnieuw ingevoerd en mede dankzij de steun van de keizer zelf kon Sax zijn bedrijf weer verder opbouwen. In 1858 werd Adolphe Sax op miraculeuze wijze genezen van kanker, dankzij de tussenkomst van een zwarte dokter die Indische planten gebruikte. Tijdens de Frans-Duitse oorlog stortte de productie wederom in elkaar, deze keer voorgoed. Hierbij werd zijn persoonlijke instrumentenverzameling, bestaande uit 467 stukken, zelfs openbaar verkocht. Daardoor kwamen zijn enige inkomsten alleen nog uit zijn functie als muzikaal directeur van de Opera, ook omdat inmiddels veel van zijn patenten waren verlopen. Op 4 februari 1894 overleed de instrumentenmaker en uitvinder van de saxofoon Adolphe Sax op 79-jarige leeftijd. Hij werd nooit bijzonder rijk. Door de aanhoudende processen liet hij zelfs een berg schulden na, maar hij kreeg wel de erkenning die hem toekwam. Hij werd op Cimetière de Montmartre begraven. (bron : wikipedia)