Standbeelden.be

Bij de opening van de eerste spoorlijn in 1835 werd in Mechelen een gedenkzuil ingehuldigd. Het monument kreeg de naam de 'Mijlpaal'. Het stond ingeplant op het nulpunt van de Belgische spoorwegen. Van hieruit zouden alle afstanden voor de treinverbindingen uitgezet worden. Het grote succes van de spoorwegen zorgde er voor dat de mijlpaal al snel verplaatst moest worden. In 1838 gebeurde dat voor het eerst. Toen bleef hij nog op de nullijn staan. In 1878 werd hij aan de Leuvense vaart geplaatst. Hij stond er naast het seinhuisje dat in 1892 afbrandde. Om een nieuw seinhuis te kunnen bouwen, werd de mijlpaal aan een uithoek van het tweede station geplaatst. Aan het tweede station bleef hij langer dan een halve eeuw staan. Bij de aanleg van de nieuwe brugverbinding werd hij ontmanteld en in 1959 in een vergeethoek aan de vaart geplaatst. Onder de mijlpaal bevond zich een schatkamer. Bij elke nieuwe plaatsing werden hierin muntstukken van de betreffende periode opgeslagen. In 1980 kwam de mijlpaal terug op de initiële nullijn terecht. Op het centrale pleintje, midden tussen het razende verkeer vond hij zijn zesde standplaats. Op 20 maart 1998 werd hij op zijn huidige troon geplaatst. Hij staat op ongeveer 50m van zijn oorspronkelijke standplaats. Gedragen door vier kolommen van elk negen meter vormt hij het orgelpunt van het vernieuwde stationsplein. De top van de mijlpaal is even hoog als de kroonlijsten van de omliggende bebouwing (dertien meter). Op het plein zijn ook het zomer- en wintersolstitium aangegeven. Zomer- (21 of 22 juni) en wintersolstitium (21 of 22 december) zijn de zonnekeermomenten. Op het middaguur van deze twee dagen valt de schaduw van de top van de mijlpaal op de respectievelijke koperen plaatjes op het plein.